Waar kwam je dan achter, toen je die ‘gedragsreis’ ging uittekenen?
Nou, bijvoorbeeld scherper inzicht in de weerstanden die er spelen rondom orgaandonatie.
Die kunnen zich heel verschillend uiten.
Iemand kan bijvoorbeeld boos zijn over de wetswijziging en zich beperkt voelen in keuzevrijheid ‘de overheid bepaalt dit nu voor mij’. Dan is het heel belangrijk dat mensen snappen dat je nog steeds zelf mag kiezen: het is jouw lichaam en alleen jij bepaalt wat er gebeurt. Sommige mensen zijn onzeker: ‘hoe gaat orgaandonatie straks? Word ik net zo goed geholpen in het ziekenhuis, als artsen weten dat ik donor ben?’. Hier is het belangrijk om gerust te stellen, zekerheid te bieden en inzicht te geven in het proces. Andere mensen willen graag donor zijn maar vergeten het simpelweg door te geven. Die hebben vooral behoefte aan een herinnering.
Dat vraagt dus wel om een andere aanpak om te zorgen dat al deze groepen geregistreerd staan op een manier die voor hun juist is. Gedragsspecialisten geven inzicht in die gelaagdheid, dat is de ‘touch’ die je geeft.
Dat vraagt dus wel om een andere aanpak om te zorgen dat al deze groepen geregistreerd staan op een manier die voor hun juist is. Gedragsspecialisten geven inzicht in die gelaagdheid, dat is de ‘touch’ die je geeft.
Wat moet ik doen als ik zelf een campagne ga ontwikkelen, en gedrag wil veranderen? Waar begin ik?
Het belangrijkste is dat je een idee moet hebben hoe een mens werkt. Echt basiskennis: hoe ontstaat ons gedrag?
Heel fundamenteel is bijvoorbeeld dat we enorm gedreven worden door gemak. We zijn gek op dingen die makkelijk gaan. Evolutionair gezien moesten we namelijk onze energie behouden, om om te gaan met acuut gevaar en om voedsel te verzamelen. Daarnaast zijn we als mensen echt sociale dieren: we hebben behoefte aan verbondenheid met anderen, willen ergens bij horen. Ook dat komt puur vanuit overlevingsprincipes: samen sta je sterker dan alleen tegen gevaren van buitenaf. Dat schuurt soms wel met onze behoefte aan autonomie: we willen zelf bepalen wat we doen en willen niet dat anderen ons iets opleggen.
Het belangrijkste is dat je een idee moet hebben hoe een mens werkt. Echt basiskennis: hoe ontstaat ons gedrag?
Maar ook de behoefte aan zekerheid en voorspelbaarheid en de behoefte aan een positief zelfbeeld. Eigenlijk kun je zeggen dat al ons gedrag uit deze behoeften voortkomt.
De kunst is om als marcommer te leren denken vanuit die behoeften: hoe komen die in het gedrang in jouw communicatievraagstuk? Welke motieven, weerstanden, omgevingsfactoren en competenties spelen een rol?
Pas als je dat helder hebt, kun je gedragstechnieken inzetten om gedrag te veranderen. Dwing jezelf om niet meteen te denken in middelen of oplossingen.