Denk jij dat een doenvermogentoets een standaard onderdeel in het werkproces van beleidsmakers moet zijn?
Uiteindelijk helpt het de beleidsmakers ook, want door aan de voorkant al rekening te houden met doenlijkheid en gedrag, wordt het beleid aan de achterkant ook meer doelmatig en doeltreffend. Waardoor je achteraf ook het beleid mogelijk minder hoeft bij te sturen.
Voor mijn gevoel zijn we al een eind op weg als het om het inbedden van gedragskennis gaat. Dat zie je mooi terug in het Beleidskompas waar de overheid mee werkt: gedrag wordt echt geïntegreerd in de beleidsvorming. Ook is de overheid bezig met een doenvermogentoets-tool, dus dat gaat in de toekomst zeker helpen.
Dat wil niet zeggen dat we het volgend jaar allemaal perfect doen, maar het zijn goede stappen. Ik zie dit echt als een meerjarenproces.
Ik ben ook wel benieuwd naar de ‘achterkant’ van beleid. Hoe toets je of de uitwerking gedragsproof is?
Ook dat kan op verschillende manieren.
DUO heeft bijvoorbeeld een aantal mooie gedragsexperimenten uitgevoerd via online simulaties om het mogelijke gedrag (in de toekomst) van studenten te onderzoeken.
Daarnaast hebben we een onderzoek gedaan voor Dienst Toeslagen voor de invoeringstoets ‘recht op kinderopvangtoeslag bij Wlz-indicatie’. De invoeringstoets is een nieuw evaluatie-instrument van de Rijksoverheid, bedoeld om de effectiviteit van nieuwe wet- en regelgeving al in een vroeg stadium in de praktijk te beoordelen. Voor het eerst zijn het gedrags- en burgerperspectief opgenomen in deze nieuwe evaluatievorm.
Dit illustreert dat er heel veel punten in het beleidsproces zijn waar je doenlijkheid kan toetsen – of het nu om beleidsvoorbereiding, de uitvoeringstoets, procesontwerp, contact met de burger, de invoeringstoets of een beleidsevaluatie gaat.
Wat moet ik als beleidsmaker weten of kunnen om doenlijk beleid te ontwikkelen?
Ik denk niet dat elke beleidsmaker gedragsexpert hoeft te worden.
Wel kan het fijn zijn om basiskennis over menselijk gedrag te hebben, bijvoorbeeld over de fundamentele basisbehoeften van de mens en psychologische weerstanden. Dat helpt je om anders te kijken naar beleid: waar zou het minder goed uitpakken, waar juist goed, en waarom is dat zo? Momenteel geven we bijvoorbeeld trainingen over gedrag en beleid voor beleidsmakers van verschillende ministeries.
Het voornaamste is dat je goed kunt beoordelen wat je zelf kunt doen en wanneer je expertise van anderen nodig hebt – bijvoorbeeld een gedragsexpert of BIT-team binnen je ministerie of een extern adviesbureau.
Maar nogmaals: onderschat niet de kracht van klein beginnen.
Samen met collega’s een grove schets maken van de burgerreis, of sparren met een gedragsexpert binnen je ministerie, kan al een hele hoop goede inzichten opleveren en een mooie eerste stap zijn.